François vertelt over hoe hij midden in zijn depressie onuitstaanbaar egocentrisch was, zeer somber en continu extreem negatief. Door dat gedrag leek hij een stank te verspreiden waar iedereen bang voor wegrende.
In mijn eerste blog (Je moet gewoon) heb ik het over alle makkelijke, gratuite en averechts werkende adviezen die mensen aan depressievelingen geven. Waar komen al die adviezen vandaan?
“Kijk, mensen zijn niet dol op slecht nieuws en ze schrikken vooral van verhalen over pijn, angst, wanhoop en verdriet. Weet je waarom? Jouw verhalen confronteren hen met hun eigen pijn en verdriet. En dat proberen ze, onbewust, al hun hele leven te negeren, weg te lachen, te verdoven (!), te bagatelliseren en te verbergen. Dat jij zomaar over al je pijn durft te praten en zelfs durft te huilen! Geheimpje: dat durven zij niet. Dus doe niet zo eng! Val me niet lastig, doe normaal man, hou je mond! Pas je aan! Speel de goed-nieuws-show! Draag een masker! Wees een lafaard, net als zij!”
De psychiater Bram Bakker zei ooit eens fijntjes tegen me: “François, depressie is geen sexy onderwerp”
En daar slaat hij de spijker op de kop. Ik heb gemerkt dat hoe lief en intelligent en empathisch mensen ook zijn (en dan slaan we de overgrote meerderheid van egoïsten maar over), vroeg of laat hebben ze er genoeg van. Ik hoor van een rouwtherapeut vreselijke verhalen die mensen haar vertellen. Ook van mensen die, dat kunnen we toch wel zeggen, het allerergste meemaken, namelijk een (jong) kind verliezen door geweld. Ook die mensen krijgen in het beste geval dingen te horen als: “Ik begrijp je verdriet, maar geef het een plekje en probeer je leven weer op te pakken”. Of allerlei variaties op: “Je doet alleen maar jezelf pijn door zo te zwelgen in je eigen verdriet.” En dat is dus in het beste geval, in de vreselijke, echte werkelijkheid laten mensen niks van zich horen en duiken ze op straat weg als ze je in de verte zien aankomen. Ze laten je stikken. (Volgens Kousbroek één van de Zeven Hoofdzonden.)
Mensen hun ego, hun reptielenbrein, hun instinctieve doodsangst, zegt, gilt in hun oren als ze iemand met depressie ontmoeten: NEE! Je moet hier wel heel erg bewust van zijn, heel erg veel zelfbeheersing hebben, om niet zo te reageren. Het is onnatuurlijk om ja te zeggen.
Laat ik iets over mezelf zeggen
Mijn huisarts vertelde me: “Pas op, een derde van alle relaties gaat kapot door een depressie”. Ik schrok, maar ik had geluk met mijn vriend die kalm en lief bleef. En ik begreep het heel erg goed als hij soms ontplofte. Ik maakte het hem ook ongelooflijk moeilijk. Hij zat opgescheept met iemand die 24 uur per dag extreem negatief was, dus stil, broedend, egocentrisch, somber, bang voor alles en iedereen, boos, piekerend, wantrouwend, niks willend (eeuwig hetzelfde “neuh…”), enzovoort. Ook ’s nachts was het vaak mis. Dat is voor niemand vol te houden. Nu achteraf kan ik zeggen dat ik hem enorm dankbaar ben en dat het onze relatie verdiept heeft, ik bedoel verbeterd.
Mensen in je omgeving schrikken, en soms is er iemand die de moed en de intelligentie heeft om dat te zeggen (“Ik schrik van je depressie.”), maar daarna, zoals bij de rest, stilte. Eigenlijk wist niemand in mijn omgeving hoe die hier mee moest omgaan. Een enkel voorbeeld. Een lieve oud-collega, geschoold in psychologie, altijd vol begrip en empathie, plus intelligent en geestig, die vroeg hoe het met me ging. Toen ze hoorde over mijn depressie was het antwoord: “Ah joh, komt zeker goed!” Einde bericht, nooit meer iets van gehoord, niks, geen kik, oorverdovende stilte. Maar goed, zij ook niet van mij. Ik ben me bewust van mijn slechte adem, ik wil niemand lastigvallen.
Ik begrijp het wel, ik was midden in mijn depressie een enorme energie-slurper, een doodvermoeiende egotripper die maar drie woorden kende: ik ik ik
Een klein jaar werkte ik als vrijwilliger bij de Depressielijn en dan luister je naar mensen die te maken hebben met depressie. En voor wie het nog niet weet: depressie is iets negatiefs. Vergelijkbaar met zeven jaar werken bij Slachtofferhulp: elke dag pijn, verdriet en woede aanhoren gaat je niet in je kouwe kleren zitten. Het beroep van huisarts, therapeut en psychiater lijkt me erg moeilijk. Het vreet volgens mij meer energie dan een hele dag iemand helpen met verhuizen.
David Burns noemt psychiaters in Feeling good “professional abuse takers”.
Een akelig aspect van depressie is de grilligheid ervan. Het fenomeen dagschommeling: je humeur gaat op en neer. Hoe moet iemand nou weten hoe het met je gaat en dus hoe die met je om moet gaan? En dan heb je de terugvallen. Je omgeving is er net aan gewend dat het ietsje beter gaat, en dan, ineens, ga je weer met de lift van de tiende verdieping naar de begane grond – in 3 seconden. Hoe moeten ze dat nou weer weten? Jij neemt ze mee in de achtbaan van je depressie, omhoog, omlaag, omhoog, omlaag. Pas op dat je omgeving niet even gek wordt als jij.
Depressie is besmettelijk
Depressie is per definitie negatief, dus ook boos, boos op het leven, boos op jezelf, boos op je omgeving, boos op het lot/God, maar ook boos op artsen, therapeuten en psychiaters. Dat wordt je identiteit, zie blog Identiteit. Negatief zijn is ook ongeduld, zelfmedelijden, irritatie, mensen willen straffen, mopperen, beledigen, gemene en kwaadaardige dingen zeggen. Zo ga je als depressieveling met jezelf om, en dus ook al snel met anderen. Je kan alleen weggeven wat je hebt.
Als je continu vol met heftige pijn zit (zoals depressievelingen), dan zal je continu heftige pijn weggeven, anderen (en jezelf) pijn (willen) doen. Alleen maar kunnen weggeven wat je hebt geldt voor liefde én voor pijn.
Jouw pijn zal aanzetten tot meer pijn en bovendien andermans pijn. Het ontketent, voedt, triggert andermans pijn, het is besmettelijk. Negativiteit, ongelukkigheid, angst, depressie lokken sluimerende, potentiële, verborgen negativiteit uit in anderen. De kracht van het nu stelt dat ongelukkigheid zich sneller verspreidt dan een lichamelijke ziekte. Depressie prikkelt en versterkt latente negativiteit, zelfs geweld, bij anderen, tenzij ze immuun zijn, dat wil zeggen, heel erg bewust zijn dat de depressieveling onbewust is.
Tolle zegt dat mensen hun eigen pijn creëren, er plezier aan beleven, er verslaafd aan raken
Montaigne schreef rond 1570: “Er zit in de zwartste melancholie een vleugje geraffineerde verlekkerdheid die ons streelt en toelacht”. Je omgeving kan dit misschien niet benoemen of analyseren, maar wel aanvoelen. En ze reageren erop. Men voelt dat er iets niet klopt, en dat klopt.
Mensen die écht geraakt (geconfronteerd) worden door mijn toegegeven en beschreven negativiteit, pijn, depressie, slechte adem, blogs, die reageren agressief, die verwijten me “navelstaren, emotionele incontinentie, zwelgen in eigen ellende”, enzovoort. In plaats van te zeggen “Ik zou nooit zo openhartig en kwetsbaar durven zijn als jij”, vallen ze me aan met dat soort stoere maar in feite laffe clichés (stoer is altijd masker voor pijn en verdriet). Jij staat in de arena en heb je masker afgedaan, zij staan altijd veilig aan de zijlijn. Mijn kwetsbaarheid tonen ervaren zij als een aanval op hun lafheid, zoals slechte mensen goedheid ervaren als een aanval op hun slechtheid. Die goedheid moet op de één of andere manier kapot worden gemaakt, zodat zij hun eigen slechtheid minder voelen. Alle middelen zijn geoorloofd, zo groot is hun pijn.
Andrew Solomon zegt in Demonen van de middag: “Depressie is moeilijk voor vrienden. Je stelt onredelijke eisen aan hen, en vaak hebben ze niet de veerkracht, kennis of zin om ermee om te gaan. (…) De meeste mensen zijn niet zo gek op elkaars ongeluk. (…) Als je depressief bent, heb je de liefde van anderen nodig, maar je depressie laat je dingen doen die hun liefde doodt. Depressievelingen boren gaten in de romp van de boot die hen komt redden.”
Veel zelfhulp-boeken suggereren om contact te zoeken met positieve, enthousiaste, inspirerende mensen
Op internet lees ik over Robert Greene en zijn bestseller De 48 wetten van de macht. Dit heb ik begrepen van zijn tiende wet: Vermijd pechvogels en anderen die ongelukkig zijn, hun ellende is besmettelijk en dus gevaarlijk. Je kan denken dat je de drenkeling helpt, maar je veroorzaakt zo je eigen ondergang. De negatievelingen trekken het ongeluk soms aan, maar ze zullen het altijd zeker over jou afroepen. Vermijd de eeuwige klagers; onderzoek hun leven en ontdek dat het altijd vol ellende is. Die mensen creëren vaak hun eigen ellende en ook die van jou als je te dichtbij komt. De mensen die ongeneeslijk ongelukkig zijn, zien zichzelf als zielige slachtoffers, dus pas op met wie je omgaat. Door met ze om te gaan, verspil je je tijd en energie. Er zijn zeker mensen die echt baat hebben bij je hulp, maar ga in principe om met mensen die geluk en succes aantrekken.
Als je ontevreden, triest, ongelukkig bent, ben je onaantrekkelijk voor mensen, en willen en zullen ze niks aan je geven (tijd, aandacht, empathie, geld, baan, kansen), hoe weinig je ook hebt (en je hebt al weinig, daarom ben je ontevreden). Als je tevreden, blij, gelukkig bent, ben je aantrekkelijk voor mensen, en willen en zullen ze veel aan je geven, hoeveel je al hebt (en je hebt al veel, daarom ben je tevreden). In de Bijbel staat zoiets als: aan hen die veel hebben, zal meer gegeven worden en aan hen die weinig hebben zal dat weinige worden afgenomen. Dat is volgens mij dit.
Net als bij mijn blog over verantwoordelijkheid: als ik dit had gelezen in mijn Catch-22 periode was ik boos geworden.